Algemeen
Algemeen
Een omvangrijk deel van de begroting is binnen de diverse programma’s bestemd voor het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte.Het is van belang dat hierover een zorgvuldig beheer wordt gevoerd, want het is juist de kwaliteit van de openbare ruimte die door de inwoners vaak intensief wordt beleefd.
De gewenste kwaliteit van de openbare ruimte wordt vastgelegd in beleidsplannen. De vaststelling hiervan is voorbehouden aan de raad en wordt door het college uitgewerkt in de diverse beheersplannen.
In deze paragraaf worden voor de kapitaalgoederen wegen, infrastructurele kunstwerken, openbare verlichting, riolering, water openbaar groen en gebouwen achtereenvolgens aangegeven:
- Het beleidskader;
- Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren;
- Financiële consequenties beleidsdoel.
Voordat we daarmee starten, volgt eerst een samenvattend overzicht van de actualiteit van onze plannen en de verwerking daarvan in deze begroting.
Beleidsplan | Betreft periode (vaststelling)* | Financieel |
---|---|---|
Groenstructuurplan | 2017-2024 (2017) | Ja |
Beleidsplan openbare verlichting | 2013-2017 (2013) | Ja |
Nota wegenbeheer | 2017-2020 (2016) | Ja |
Nota onverharde wegen | 2009-2013 (2009) | Ja |
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP) | 2016-2026 (2016) | Ja |
Uitvoeringsprogramma GVVP | 2016-2018 (2016) | Ja |
Beleidsplan onderhoud gemeentelijke gebouwen | 2013-2017 (2012) | Ja |
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan | 2017-2020 (2017) | Ja |
Grondwaterbeleidsplan | 2007-2016 (2007) | Ja |
Landschapsontwikkelingsplan (LOP) | 2010-2020 (2010) | Ja |
Beheerplan | Betreft periode (vaststelling)* | Financieel |
Meerjaren onderhoudsplan verkeersbruggen en duikers | 2017-2020 (2017) | Ja |
Beheerplan Civiele Kunstwerken | 2018-2022 (2017) | Ja |
Berm- en slootbeheersplan | (1998) | Ja |
Speelplaatsenbeheersplan | 2014-2018 (2014) | Ja |
Rioolbeheerplan | 2015-2018 (2014) | Ja |
*) De looptijd van een aantal plannen is inmiddels verstreken. Hieruit vloeien geen consequenties voort.
De 'oude' plannen zijn nog toepasbaar en worden (waar nodig) binnen afzienbare tijd geactualiseerd.
Wegen
Het beleidskader
De gemeente heeft als wegbeheerder de zorgplicht voor de wegen. Een achterstand in het onderhoud kan de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder voor schades.
De onderhoudstoestand van wegen wordt beoordeeld aan de hand van de criteria voor rationeel wegbeheer van de CROW. Als norm geldt het zogenoemde kwaliteitsniveau R die kan worden vertaald naar beeldkwaliteitsniveau B (voldoende - functioneel). De (beeld)kwaliteit van de openbare ruimte wordt voor wegen onderverdeeld naar vier thema’s: veiligheid, duurzaamheid, comfort en aanzien.
In 2017 is het beleidsplan integraal beheer openbare ruimte vastgesteld. Met de vaststelling van het beleidsplan en onderliggend wegenbeheerplan is gekozen voor een scenario waarbij het percentage verharding dat een onvoldoende scoort voor het thema duurzaamheid en voor het thema veiligheid = 4%. Bij de behandeling van de begroting 2018-2021 is de prestatie voor het thema duurzaamheid, net zoals de thema's aanzien en comfort losgelaten.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De omvang van het gemeentelijke wegennet bedraagt ongeveer 2,87 miljoen vierkante meter verharding van asfalt, beton en elementenverharding en 55 km onverharde wegen.
De kwaliteit van het verharde wegennet per beleidsthema (percentage slecht) ziet er als volgt uit:
2010 | 2012 | 2014 | 2016 | |
---|---|---|---|---|
Duurzaamheid | 3 | 4 | 5 | 4 |
Veiligheid | 6 | 5 | 4 | 4 |
Financiële consequenties beleidsdoel
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Groot onderhoud | 704 | 741 |
De totale lasten van de wegen vallen onder programma 3 beheer openbare ruimte taakveld verkeer en vervoer. Het taakveld omvat naast wegen, verkeersregelingen, verkeersmaatregelen, straatreiniging, openbare verlichting, gladheidsbestrijding, bruggen ook diverse projectbudgetten.
De totale lasten van verharde en onverharde wegen exclusief de voornoemde onderdelen zijn:
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Programma verkeer en vervoer | 2.805 | 1.952 |
Infrastructurele kunstwerken (verkeersbruggen en duikers)
Het beleidskader
Het beleid voor het uit te voeren onderhoud aan de infrastructurele kunstwerken is opgenomen in het nieuwe "beheerplan civiele kunstwerken". Dit beheerplan is als bijlage opgenomen in het Ibor = "Integraal beheerplan openbare ruimte" Het Ibor is vastgesteld in de raadsvergadering van 25 september 2017.
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Het areaal bestaat uit 60 objecten, onderverdeeld in 10 verkeersbruggen, 15 duikerbruggen, 20 fietsbruggen, 6 voetgangersbruggen, 3 tunnels, 5 kademuren en 1 overkluizing. Daarnaast heeft de gemeente 530 duikers in eigendom en beheer.
De kunstwerken worden onderhouden op niveau Redelijk met een bijbehorende prioriteit 3.
Financiële consequenties
De totale lasten van de kunstwerken vallen onder het product Wegen, straten en pleinen.
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Kunstwerken (verkeersbruggen en duikers) | 74 | 20 |
In 2016 is eenmalig budget toegevoegd voor het uitvoeren van groot onderhoud aan enkele bruggen en duikers.
Openbare verlichting
Het beleidskader
Het beleidsplan "Licht in de Openbare Ruimte" is op 24 oktober 2016 vastgesteld voor de jaren 2017 t/m 2020 http://dalfsen.verlichtinginbeeld.nl. Er is vastgelegd waarom, waar en hoe openbare verlichting wordt toegepast evenals het kwaliteitsniveau en de financiële middelen.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Het openbare verlichtingsareaal in onze gemeente bestaat uit (afgerond): 5.800 lichtmasten, 6.000 armaturen en 6.100 lampen. Jaarlijks verbruikt de openbare verlichtingsinstallatie ca. 920.000 kWh elektrische energie.
De beeldkwaliteitsnorm van de openbare verlichting sluit aan op de beeldkwaliteitsnormen voor de wegen en het openbaar groen (volgens de systematiek van het CROW). Naast de beeldkwaliteit worden ook nog kwaliteitsnormen gehanteerd voor de verlichtingskwaliteit, installatiekwaliteit, energetische kwaliteit en de interne proceskwaliteit. De onderhoudstoestand wordt beoordeeld conform de beeldkwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW. Voor centrumgebieden geldt het beeldkwaliteitsniveau A en voor de overige functiegebieden geldt een beeldkwaliteitsniveau B.
Financiële consequenties
Voor de openbare verlichting worden kosten gemaakt. Deze kosten worden verdeeld volgens de landelijke kengetallensystematiek van de NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde). De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget, waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders.
Er wordt onderscheid gemaakt in drie kostensoorten:
- Energiekosten: netwerkkosten, kosten levering en de energiebelasting.
- Onderhoud en Beheer: onderhoud aan de masten en lampen, schades en manuren van de medewerkers van de gemeente.
- Investeringskosten: kosten voor renovaties die zijn opgenomen in het investeringsplan.
De drie kostensoorten voor openbare verlichting zijn in de gemeente Dalfsen als volgt:
Exploitatie exclusief investeringen(energie, dagelijks beheer en onderhoud)
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Openbare verlichting | 224 | 186 |
Het verschil tussen 2016 en 2017 wordt voornamelijk veroorzaakt door de apparaatskosten die in 2017 niet meer in het bedrag zijn opgenomen.
Voor de renovaties van de installaties heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld door middel van het investeringsplan. Volgens het vastgestelde investeringsplan 2017 – 2020 ziet het overzicht voor vervanging er in de komende jaren als volgt uit:
Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Openbare verlichting | 70 | 120 |
De afwijking tussen 2016 en 2017 komt doordat het budget van 2016 met € 43.000 is ingezet in 2015. Dit is in de tweede bestuursrapportage 2015 gerapporteerd.
Bovenstaande kosten hebben betrekking op de aanwezige verlichtingspunten. Dat wil zeggen, de kosten van de aanleg van verlichtingspunten in nieuwe woonwijken en industrieterreinen zijn hierin niet opgenomen. De kosten voor de aanleg van openbare verlichting in nieuwe woonwijken en industrieterreinen worden opgenomen en verantwoord in de grondexploitatie.
Riolering
Het beleidskader
Het onderhoud en beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel vindt plaats op basis van het in 2011 vastgestelde verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). De verplichting voor het hebben van dit plan is vastgelegd in de Wet Milieubeheer (Wm). Het plan geeft aan hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, hemelwater en grondwater.
Doelstellingen hierbij zijn onder andere:
- Het inzamelen van het geproduceerde afvalwater en overtollige hemel- en grondwater naar een geschikt lozingspunt.
- Het (afval)watersysteem en het beheer hiervan moeten doelmatig, duurzaam en robuust zijn.
- Het afvalwatersysteem moet natuurlijke systemen (o.a. oppervlaktewater en bodem) niet verstoren in hun functioneren.
- Overlast en schade moeten worden voorkomen en hinder moet worden beperkt tot een acceptabel niveau.
- Het nastreven van continuïteit van (afval)watersysteem en zijn beheer.
Het beleidskader van de riolering wordt gevormd door het gemeentelijke rioleringsplan 2011-2015, dat de basis vormt voor de te nemen maatregelen. Het gemeentelijk rioleringsplan is in 2017 geactualiseerd.
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
De gemeentelijke riolering bestaat uit twee typen stelsels. Het vrijverval stelsel omvat ca. 92 km gemengd riool, 33 km vuilwater riool, 22 km hemelwaterriool en 14 km infiltratieriool met in totaal ruim 3.600 inspectieputten. Het mechanische stelsel omvat ca. 67 km drukriolering met 34 rioolgemalen en 397 pompen.
Jaarlijks vindt inspectie plaats van 1/10e deel van het vrijverval stelsel om het onderhoudsniveau te monitoren en de te nemen maatregelen te bepalen. Het stelsel is in goede staat en er is geen sprake van achterstallig onderhoud.
Financiële consequenties
In het vGRP is de huidige situatie omschreven, is de ambitie met het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld en zijn de bijbehorende maatregelen en middelen bepaald. Het totaalpakket vormt de grondslag voor het kostendekkende tarief van de rioolheffing. Er wordt voor de riolering met een voorziening voor toekomstige investeringen, gewerkt.
De totale lasten van de riolering vallen onder het product riolering.
Exploitatie exclusief overhead, btw, groot onderhoud en investeringen
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Riolering en waterzuivering | 646 | 550 |
Bedrag is exclusief de onttrekking aan de voorziening.
Groot onderhoud en nieuwe ontwikkelingen
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Maatregelen uitvoering GRP | 35 | 7 |
Nieuwe ontwikkelingen GRP | 22 | 24 |
Bedrag is exclusief de onttrekking aan de voorziening.
Voorziening riolering:
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Saldo van toevoeging en onttrekking | 617 | 728 |
Water
Het beleidskader
Het gaat hier met name om het beheer van watergangen met een schouwplicht. Andere watergangen zijn functioneel onderdeel van wegen of openbaar groen en worden vanuit de betreffende budgetten gedekt. De beheerkosten worden gemaakt voor het maaien en onderhouden van watergangen (met name in het buitengebied) en het afvoeren of verwerken van het maaisel.
Het beleidskader wordt gevormd door;
- de Waterwet;
- de Keur van het waterschap Drents Overijsselse Delta, (keur WDOD zuid);
- de Legger van het waterschap Drents Overijsselse Delta (Legger gebied voormalig Groot Salland);
- de Flora en faunawet;
- Wet milieubeheer (Wm).
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Jaarlijks vindt onderhoud plaats aan de watergangen met een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd waarvoor een ontvangstplicht bestaat.
De omvang van de servicewatergangen (watergangen met schouwplicht) die in samenwerking met aanliggende eigenaren worden onderhouden, omvatten 86 km aan lengte. Voor 110 km aan watergangen geldt een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd.
Financiële consequenties
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De totale lasten van de watergangen:
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Watergangen | 103 | 118 |
Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de tegenvallende aanbesteding Onderhoud Watergangen en de noodzakelijke duiker inspectie als voorbereiding op het beheerplan Civiele Kunstwerken. Daarnaast zijn de apparaatskosten wel opgenomen in 2016 en niet in 2017, waardoor het verschil groter is dan dat de afwijking nu laat zien.
Openbaar groen
Het beleidskader
Het onderhoud en de inrichting van hetopenbaar groen vindt plaats conform het Groenstructuurplan gemeente Dalfsen (GSP) 2013-2017. In het GSP worden de kwaliteiten van de groene openbare ruimte in de vijf kernen beschreven, gewaarborgd en versterkt.
Tevens zijn visies ontwikkeld voor de beleidsthema’s bomen, snippergroen, omvorming in relatie tot bezuinigingen en wateropvang, speelplaatsen en honden. De zonering in beeldkwaliteit, richtlijnen voor de verschillende beheervormen en groeninrichting en de bedrijfsvoeringsvraagstukken zijn tevens vastgelegd. Het plan wordt afgesloten met een financiële vertaling van de uitvoeringsprojecten.
Eind 2017 hebben we besloten om het GSP 2013-2017 ook van toepassing te verklaren voor 2018 e.v. totdat er een geactualiseerd GSP door uw raad wordt vastgesteld.
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Het openbaar groen in de gemeente Dalfsen omvat in totaal ± 134 ha. (exclusief watergangen)
Het totale bomenbestand binnen de kom beslaat ruim 13.500 stuks. De beeldkwaliteit die (over het algemeen) gehanteerd wordt is onderhoudsniveau A in winkelgebieden en onderhoudsniveau B voor de overige gebieden binnen en buiten de bebouwde kom.
Financiële consequenties
Er wordt onderscheid gemaakt in twee kostensoorten:
- Onderhoud en beheer aan de groene (en blauwe) buitenruimte (bomen, bosplantsoen, heesters, gras) en hondentoiletten.
- Investeringskosten: de uitvoeringsprojecten uit het GSP worden betaald uit de reserve herstructurering openbaar groen. Deze reserve wordt gevoed door de verkoop van openbare groenstroken.
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De kosten voor openbaar groen zijn in de gemeente Dalfsen als volgt. Door aanpassingen in het kader van de BBV is hier een forse afname van de toegerekende lasten aan openbaar groen zichtbaar:
Exploitatiekosten exclusief investeringen (dagelijks beheer en onderhoud)
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Openbaar groen | 1.924 | 1.229 |
Voor de uitvoeringsprojecten heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld bij het vaststellen van het GSP en het investeringsplan. Wanneer de verkoop van openbaar groenstroken stagneert en de reserve niet meer wordt aangevuld, dan worden de uitvoeringsprojecten uitgesteld. Het verschil in de realisatie uitvoering GSP 2017 ten opzichte van 2016 wordt veroorzaakt door de nog niet afgewikkelde grondverkopen in 2017.
In 2017 is extra ingezet op het verkopen van groen stroken. Doordat de kosten wel gemaakt zijn, maar de inkomsten nog niet ontvangen ontstaat een nadeel op investeringen. In 2018 verwachten wij dit in te lopen.
Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)
x € 1.000 | Rekening 2016 | Rekening 2017 |
---|---|---|
Uitvoering GSP | 66 | -30 |
De kosten voor de aanleg van openbaar groen in nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zijn opgenomen en verantwoord in de grondexploitaties.
Gebouwen
Het beleidskader
De wijze waarop de gemeentelijke gebouwen worden onderhouden en in stand worden gehouden, is vastgelegd in het beleidsplan Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen 2013 - 2017. Dit beleidsplan is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 november 2012. Het nieuwe beheerplan Onderhoud gemeentelijke gebouwen wordt in het eerste half jaar van 2018 aangeboden aan de raad.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De gemeente heeft 25 kleinere en grote gebouwen in eigendom. Gezamenlijke deler is dat alle gebouwen worden gebruikt voor maatschappelijke doeleinden. Alle gebouwen bij elkaar hebben een bruto vloeroppervlakte van ruim 21.000 m² en vertegenwoordigen een WOZ-waarde van in totaal ruim 22 miljoen euro.
In het beleidsplan zijn onderstaande eisen voor de kwaliteit en duurzaamheid periode 2013–2017 opgenomen:
- Gemeentehuis te Dalfsen en ’t Olde Gemientehuus te Nieuwleusen in stand houden in een hoge kwaliteit;
- Alle andere gebouwen in stand houden in een kwaliteit boven het gemiddelde;
- Gebouwen die binnen afzienbare tijd worden gesloopt in stand houden in een kwaliteit onder het gemiddelde tot laag;
- Gebouwen die ook in de (midden)lange termijn in stand blijven verder verduurzamen;
- Duurzame aspecten betrekken bij de inkoop en aanbestedingen van beheer- en onderhoudsprojecten.
Financiële consequenties
De benodigde middelen voor de uitvoering van werkzaamheden worden ten laste gebracht van de jaarbegroting (contracten, abonnementen, klachtenonderhoud) of worden onttrokken aan de voorziening groot onderhoud gebouwen (meerjarenonderhoud en eenmalige uitgaven).
De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen wordt gevoed vanuit de jaarlijkse dotaties voor diverse gebouwen. Deze jaarlijkse dotatie is gebaseerd op een onderhoudsplanning van vijf jaar. De stand van de voorziening groot onderhoud gebouwen per 31 december 2017 was afgerond € 152.000.
De gemeente heeft geen gebouwen voor onderwijs in eigendom. Voor de onderwijsgebouwen geldt een afzonderlijke vergelijkbare systematiek.
Verzekeringsbeleid
Van de gemeentelijke kapitaalgoederen zijn de gebouwen, inclusief die voor het onderwijs, verzekerd op basis van een uitgebreide gevarenpolis (brand, storm, inbraak e.d.) op VNG voorwaarden en kent een eigen risico van € 1.000 voor zowel onderwijsgebouwen als overige gebouwen.
Deze twee beurspolissen zijn in oktober 2014 samen Europees aanbesteed. Beide polissen hebben een looptijd van drie jaar (01-01-2015 tot 01-01-2018). Er is voor 2018 gebruik gemaakt van de geboden verlengingsmogelijkheid. Gedurende 2018 zullen deze beide polissen opnieuw worden aanbesteed, indien nodig Europees.
Alle gebouwen zijn in november 2009 voor het laatst getaxeerd. De geldigheidsduur van deze taxaties is inmiddels verlopen. In 2018 worden alle gebouwen opnieuw getaxeerd.